Resultaten afgelopen jaren

Fundamenteel niveau (1F niveau)

Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.

Het gemiddelde percentage (van de afgelopen drie jaar) van onze leerlingen die het fundamenteel niveau halen is 92,5%. Hiermee zitten we ruim boven de signaleringswaarde.

Streefniveau (1S/2F niveau)

Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.

De signaleringswaarde voor het behalen van het streefniveau op onze school is vastgesteld op 49%. Het gemiddelde percentage (van de afgelopen drie jaar) van onze leerlingen die het streefniveau halen is 52,7%. Hiermee zitten we boven het streefniveau.

Signaleringswaarden en correctiewaarden

In de schooljaren 2022/2023 en 2023/2024 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. In de correctiewaarden wordt er rekening gehouden met de ‘onzekerheidsmarge’ veroorzaakt door de effecten van de coronacrisis en de normeringsverschillen tussen de eindtoetsen.Beslisregels

  • De leerresultaten zijn Voldoende als het behaalde percentage referentieniveaus voor beide indicatoren 1F en 1S/2F boven de signaleringswaarden ligt.
  • De leerresultaten zijn Onvoldoende als het behaalde percentage referentieniveaus voor één of beide indicatoren 1F en 1S/2F onder de correctiewaarde liggen.
  • De leerresultaten krijgen ‘geen oordeel’ in alle andere gevallen. Met andere woorden: er wordt geen oordeel gegeven als voor één of beide indicatoren 1F en 1S/2F het behaalde percentage referentieniveaus tussen de signaleringswaarde en de correctiewaarden ligt én voor geen van de indicatoren 1F en 1S/2F het behaalde percentage referentieniveaus onder de correctiewaarden ligt. In deze gevallen is het niet mogelijk om een betrouwbaar oordeel te geven.

 

I